Verzorgingshuizen sluiten hun deuren

Sluiting van verzorgingshuizen was het onderwerp van een recente enquete van ActiZ, de branchevereniging van zorginstellingen. Tot nu toe heeft 12 procent van de Actiz-leden een of meerdere locaties gesloten en 34 procent denkt dit in de komende tijd te moeten doen, als gevolg van het regeerakkoord uit 2012, waarin staat dat mensen met een lage zorgvraag geen indicatie meer krijgen voor zorg met verblijf in een verzorgingshuis. Vanaf 1 januari 2014 worden er al geen nieuwe indicaties meer gegeven voor ZZP 3 en vanaf 2016 mogen veel minder indicaties afgegeven worden voor ZZP 4. Mensen met een lage zorgvraag moeten langer zelfstandig blijven wonen en zelf huur betalen.

Leegstand in verzorgingshuizen

Doordat er geen indicaties meer worden afgegeven voor lage ZZP’s, valt de instroom van nieuwe bewoners stil: woningen komen leeg te staan en zorgorganisaties zien dan geen andere optie dan het verzorgingshuis te sluiten. Met veel lege woningen wordt een gebouw onleefbaar zowel voor de bewoners als voor de zorgmedewerkers. En: leegstand is duur: de zorgorganisatie krijgt minder inkomsten, maar moet wel de woningen onderhouden en het personeel betalen. Zorgorganisaties kunnen de lege woonruimtes om verschillende redenen meestal niet aan anderen verhuren. De laatste bewoners worden dan verplicht om te verhuizen. Concreet  zijn er in het afgelopen jaar al tientallen verzorgingshuizen gesloten, en daar komen er waarschijnlijk nog zo’n honderd bij.

Waarom moeten verzorgingshuizen sluiten

Driekwart van de zorgorganisaties die een locatie moet sluiten, heeft wel eerst alternatieve oplossingen onderzocht, zoals particuliere verhuur van woningen of het opnemen van bewoners met een zwaardere zorgvraag. Hiervoor is samenwerking met zorgkantoren, gemeenten en woningcorporaties nodig. In een derde van de gevallen lukt(e) het echter niet om de financiering voor de alternatieven rond te krijgen, waardoor er geen andere optie overblijft dan sluiting van de locatie. De grootste golf van sluitingen moet, volgens de enquete van Actiz, nog komen.

Gevolgen van sluiting

Sluiting van een verzorgingshuis heeft niet alleen gevolgen voor de bewoners van het huis, maar ook voor veel omwonenden in de wijk. Vaak zijn er bijvoorbeeld aanleunwoningen waarvan de bewoners naar behoefte de faciliteiten van het zorgcentrum gebruiken. Veel woonzorgcentra hebben dan ook een ondersteunende functie in de wijk. De zorg, maar ook het restaurant en sociale activiteiten zoals de biljartclub of de kaartclub zijn dichtbij. “Het woonzorgcentrum is nodig zodat duizenden mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Als verzorgingshuizen massaal sluiten, wordt niet alleen het kind met het badwater weggegooid, maar ontstaat een beweging die precies tegengesteld is aan het beoogde resultaat; dan zullen mensen eerder zwaardere hulp nodig hebben en een groter beroep doen op de professionele, betaalde, zorg”, aldus Actiz.

Vraag naar beschermd wonen in zorgcentra zal zeker niet dalen

Het is dan ook van belang dat woonzorgcentra open blijven. Niet in het minst omdat ook de vraag naar beschermde woonruimte niet zal dalen: door de vergrijzing zullen er meer mensen met een zwaardere zorgvraag komen, en mensen met een lichtere zorgvraag zullen toch ook graag in een beschermde omgeving willen wonen, ook als zij daarvoor zelf de huur moeten betalen. Die woonruimte moet er dan wel zijn. ActiZ roept daarom alle betrokken partijen op om samen met de zorgorganisaties alternatieven te zoeken voor sluiting. De overheid zou bijvoorbeeld verhuur van woningen in een verzorgingshuis makkelijker moeten maken door regelgeving aan te passen.

Struisvogelpolitiek

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) speelt de bal terug  in zijn reactie op de enquête van ActiZ: “Ik deel het standpunt van ActiZ dat zorginstellingen die open kunnen blijven, open moeten blijven. … De afgelopen decennia zijn er meer ouderen bijgekomen, maar kozen minder mensen voor een plek in een instelling. De trend is al langer dat mensen in hun eigen omgeving willen blijven en daar de zorg en ondersteuning ontvangen die zij nodig hebben. Het kabinet past het beleid daarop aan: zorg dichtbij en zorg op maat. Ouderen die nu in een instelling wonen, houden het recht op verblijf in een instelling. Niemand komt op straat te staan.” Van Rijn benoemt dus niet dat er scherper wordt geïndiceerd, en dat hulpbehoevende ouderen gewoon geen indicatie voor verblijf meer krijgen. Familycare Support noemt dat struisvogelpolitiek.

Wil je reageren op dit artikel? Graag, dat kan hieronder of op facebook.

Ik vind het leuk als je het artikel een like geeft en/of wil delen via social media.

Het prachtige pand op de foto is overigens geen gesloten verzorgingshuis, maar de voormalige Amsterdamsche Huishoudschool aan het Vondelpark…

Plaats een reactie