Vertegenwoordiging: Onderhandse machtiging

Van veel mantelzorgers krijg ik  vragen over hulp bij beslissingen over de zorg, het welzijn en de financiën van hun zorgvrager. Sommige mantelzorgers zien er tegen op om in hun eentje knopen te moeten doorhakken, of zij schrikken een beetje terug voor de verantwoordelijkheid. Anderen zoeken de beste manier om de verantwoordelijkheid te delen, of om een vorm van toezicht of controle in te bouwen. En tenslotte zijn er situaties waarin de verschillende familieleden heel uiteenlopende opvattingen hebben over wat de beste zorg zou zijn. In al deze gevallen is het goed om te weten dat het mogelijk is om de vertegenwoordiging precies op maat te regelen.

Volmacht of machtiging

Een machtiging is een verklaring waarmee de gemachtigde de bevoegdheid wordt verleend om in naam van de verlener van de machtiging een feitelijke handeling uit te voeren. Een volmacht is een verklaring waaruit blijkt dat de gemachtigde  in naam van de volmachtgever een rechtshandeling mag uitvoeren. Het verschil zit hem met name in het wel of niet beogen van rechtsgevolgen van het handelen van de gemachtigde.

De gemachtigde mag namens de volmachtgever handelen, maar de volmachtgever mag dat zelf ook. De gemachtigde is ook niet verplicht om te handelen namens de volmachtgever, tenzij dit uitdrukkelijk in de volmacht is opgenomen.

Een machtiging kan bovendien altijd weer worden ingetrokken.

Een mondelinge machtiging is moeilijk aan te tonen, en vaak maar zeer beperkt geldig. Een voorbeeld: je geeft een instantie (b.v. je zorgverzekering) toestemming om in een telefoongesprek jouw zaken met een andere gesprekspartner ( b.v. je mantelzorgmakelaar)  te bespreken: je belt samen met je mantelzorgmakelaar en je geeft toestemming dat zij zaken met jouw mantelzorgmakelaar bespreken. Die machtiging geldt dan alleen voor de duur van het telefoongesprek.

Zelf regelen: onderhandse machtiging

De eenvoudigste manier om (mede)zeggenschap te regelen is een machtiging die je zelf met elkaar opstelt, van een datum voorziet en met elkaar ondertekent. In zo’n onderhandse machtiging is het wel handig om een aantal zaken specifiek te benoemen.

Natuurlijk moet er in staan wie wie machtigt. Wie is de volmachtgever en wie is , of zijn, de gemachtigde(n). Zorg er in ieder geval voor dat er geen misverstanden kunnen ontstaan over de identiteit van volmachtgever en gemachtigde. Zet er bijvoorbeeld  de geboortedatum  en het BSN nummer bij, als er verschillende mensen met dezelfde voorletters en achternaam zijn.

Zorg er ook voor dat er geen misverstanden kunnen ontstaan over de reikwijdte van de volmacht. Gaat de volmacht over financiën? Tot welk bedrag? Wat is nadrukkelijk uitgesloten? Wanneer moet er met anderen worden overlegd? Is er sprake van onderlinge controle of verantwoording afleggen, is er een toezichthouder?  Zijn alle andere betrokkenen op de hoogte van deze volmacht ? Zijn ze het er mee eens? Wat is eventueel de vergoeding voor de gemachtigde? In hoeverre is de gemachtigde aansprakelijk bij misbruik of na verkeerde beslissingen?

Om de rechtsgeldigheid te waarborgen moet er een datum van ingang worden vermeld. Dat kan de datum van ondertekening zijn. Maar het kan ook een datum in de toekomst zijn, bijvoorbeeld als de volmachtgever zelf de reikwijdte van beslissingen niet meer kan overzien: wilsonbekwaam wordt.

In ieder geval moet ook duidelijk zijn wanneer de machtiging wordt opgesteld en door volmachtgever en gemachtigde(n) wordt ondertekend. Later kan dan worden vastgesteld dat dit is gebeurd in een periode dat volmachtgever nog wel wilsbekwaam was.

Een onderhandse machtiging kan algemeen of juist specifiek zijn, bijvoorbeeld alleen over financiën of juist medische zaken gaan.

Voorbeelden van specifieke onderhandse machtigingen zijn: de machtiging voor het aanvragen van een CIZ-indicatie, machtiging voor vertegenwoordiging bij de SVB, de gewaarborgde hulp bij het PGB in de Wlz,  de vertegenwoordiger voor PGB-zaken in ZVW en/of in de Wmo, maar ook de machtiging voor een vastgoedmakelaar om te onderhandelen over aankoop of verkoop van een woning, de Digid-machtiging, de bankmachtiging. In deze machtigingen wordt precies vastgelegd wat de gemachtigde wel en niet mag doen namens de volmachtgever.

Een onderhandse machtiging, voor zowel materiële als immateriële zaken, bevat dus in ieder geval:

  • de naam (identiteit)  van de volmachtgever
  • de naam (identiteit) van de gemachtigde(n)
  • datum van ondertekening
  • (omschrijving van) datum van in werking treding
  • de reikwijdte van de machtiging: wat mag de gemachtigde namens de volmachtgever doen, wat niet
  • toezicht/controle
  • aansprakelijkheid