PGB en spelregels

Van alle langdurige zorg wordt 80 % gratis geleverd door het sociale netwerk.
Er zijn in Nederland meer dan 4 miljoen mantelzorgers.

Veel van hen combineren het zorgen met een baan buitenshuis.
Zij kunnen dus in hun vrije tijd niet uitrusten van hun werk, maar moeten thuis opnieuw aan de bak.
Zij zorgen voor  hun ouder, partner, kind of ander familielid. Of vriend of kennis. Of buurman/vrouw

Zij hebben als het ware een dubbele werkweek.
Zo kan de zorg die zij zo vanzelfsprekend begonnen te verlenen op den duur zwaar gaan wegen.

Mantelzorgen betekent vaak niet alleen maar het praktisch helpen bij allerlei dagelijkse levensverrichtingen.
Vaak is er ook sprake van geestelijke belasting, bijvoorbeeld door te piekeren over hoe het verder moet.
En er kan financiële druk ontstaan.

Veel mantelzorgers krijgen vroeg of laat wel eens van iemand te horen: “Wat jij allemaal doet, daar kan je voor betaald worden uit een pgb!”
Dat is een aantrekkelijk idee.
Maar in de praktijk blijkt het nog niet zo eenvoudig om de weg naar een pgb te vinden.

Ik vergelijk een pgb wel eens met bridgen.
Bridge is een kaartspel voor 4 personen, die in twee teams van twee met elkaar de strijd aangaan.
De regels zijn simpel:

  1. Je geeft aan hoeveel slagen je denkt te halen, het “bieden”
  2. Je moet kleur bekennen bij het afspelen; er zijn vier kleuren: schoppen, harten, ruiten en klaveren
  3. Wie de hoogste kaart speelde wint de slag

Niet moeilijk toch?

Regel 1: het bieden kan tot 35 verschillende uitkomsten leiden.
In een kleur of “Sans Atout”.
Het hoogste bod wordt het contract.
Met je bridgepartner kan je een aantal “conventies” afspreken, waarmee je elkaar met een bepaald bod extra informatie kan geven.
Bijvoorbeeld de multi twee-ruiten.
Dat moet je dan wel alerteren.

Regel 2: Je moet de kleur bekennen waarmee iemand uit komt.
Als schoppen wordt gevraagd moet je schoppen bijspelen.
Met je vaste bridgepartner heb je, als het goed is, afspraken gemaakt over hoog of laag, snijden, nemen of duiken.
En wat te doen als je geen schoppen hebt.
Introeven?  Hoog? laag? Laten lopen? Seinen?

Regel 3: heb je het contract gehaald? heb je misschien plus gespeeld? Of ben je down?

Als je eenmaal weet wat de regels zijn is het een prachtig spel.
Zo lang je de termen nog niet zo goed kent is het één groot raadsel, en lijkt het bijna onmogelijk dat je het ooit gaat begrijpen.
Maar als je er eenmaal aan bent begonnen, en het een paar keer hebt gedaan wordt het steeds makkelijker. Maar nooit saai.

Zo is het ook met een pgb:

Er zijn vier verschillende zorgwetten.
Gemeenten mogen tot  op zekere hoogte hun eigen pgb-regels bepalen voor Wmo en Jeugdwet.
Zorgkantoren en zorgverzekeraars hebben weer andere pgb-procedures en regels.
Er moet in ieder geval een indicatie zijn.
En je moet het pgb kunnen beheren.
Contracten met zorgverleners moeten worden goedgekeurd.
In de Wlz moet er ook nog een zorgbeschrijving worden aangeleverd.
De SVB regelt de betalingen.
Het CAK int de eigen bijdrage.
Dat is weer iets anders dan het eigen risico.

Je denkt misschien dat je het nooit gaat begrijpen.
Maar het is alleen de opstart-fase die zo ingewikkeld is gemaakt.
Als het eenmaal loopt is het pgb een fantastische manier om de zorg zelf  op maat te regelen.