Mantelzorgvrees wordt waarheid

Vrijdag kreeg ik een noodoproep van een zorgvrager. Zij heeft al jaren een indicatie voor persoonlijke verzorging, en wordt tot volle tevredenheid verzorgd door haar echtgenoot. Dat maakt hen onafhankelijk en geeft hen een gevoel dat ze, ondanks haar zware zorgvraag, de regie over het eigen leven hebben. Met het salaris dat hij krijgt voor het verzorgen van zijn vrouw kunnen zij andere hulptroepen inschakelen voor al die dingen die ze wel willen uitbesteden, maar waar de overheid niets voor regelt.

Transitie oorzaak herindicering

In het najaar van 2014 kreeg mevrouw een verlenging van haar indicatie, en werd het aantal geïndiceerde uren zorg uitgebreid. Terecht, want mijnheer zorgt in feite 24 uur per dag voor zijn vrouw, en is steeds ter plaatse als dit nodig is. Door de gevorderde leeftijd van beiden doet hij wel wat langer over het zorgen, maar omdat de zorg ook voor mevrouw belastend is, is dat eigenlijk heel prettig: ze hebben hun eigen ritme in het opstarten van de dag, waar de hele ochtend zo’n beetje mee heen gaat. In de middag is er ruimte voor sociale contacten, thuis of buitenshuis. ’s Avonds kunnen ze zelf bepalen hoe laat ze beginnen met het avondritueel: de verzorging voorafgaand aan het naar bed gaan. Samen zijn ze op deze manier een zelfredzaam stel, dat verknocht is aan elkaar en graag (zo) onafhankelijk (mogelijk) wil blijven van de hulp of zorg van  anderen. De herindicatie is helaas maar geldig tot eind maart 2015, afgegeven voor een half jaar, omdat per 1-1-2015 de zorg ingrijpend veranderde. In februari vroegen we een (her)indicatie aan.

Herindicatie door wijkverpleegkundige

Heel snel al in februari kwam een BIG-geregistreerde wijkverpleegkundige, die in dienst is van een grote zorg-in-natura-aanbieder, het assessment, de indicatie doen.  Ze was alleszins overtuigd van de zorgvraag van  mevrouw, maar legde er in het indicatiegesprek al de nadruk op dat mijnheer toch niet geschoold is, en dat het in haar ogen wel nodig zou zijn dat er zorgprofessionals zouden worden ingeschakeld. Ze zou een ergotherapeut langs kunnen sturen voor adviezen, en (periodiek) verpleegkundig toezicht op de verzorging leek haar wel noodzakelijk. Wij gaven direct aan dat dit met inzet van een pgb goed geregeld zou kunnen worden. De verpleegkundige schokschouderde wat, maar mede door het lieve lachje van de indicatiesteller hadden wij  alle vertrouwen in de verlenging van de (pgb-)indicatie voor persoonlijke verzorging.

Indicatie: zorg in natura

Als een bom sloeg dus het voicemailberichtje vrijdag in: mevrouw heeft wel een indicatie gekregen, maar niet meer voor pgb. Zij heeft vanaf  nu recht op zorg in natura. Hun wereld stort in!

Deze bejaarde mensen hebben het mentaal zwaar vanwege de aard van de aandoeningen van mevrouw, maar zij proberen er samen het beste van te maken. Met de inzet van het pgb lukt dat al jarenlang wonderwel. Maar vanaf vandaag moeten zij elke dag wachten tot het een verzorgende belieft om mevrouw te komen verzorgen. In de weinige tijd natuurlijk die ze daarvoor beschikbaar heeft. Er moet immers wel productie worden gedraaid! Hoeveel verschillende zorgverleners er per week zullen komen kunnen we nu niet inschatten. Hoe laat ze zullen komen weet ook geen mens.

Zorg in natura: soms mensonterend

Ik zal hier geen boekje opendoen over alle schrijnende verhalen die ik ken over zorg in natura, maar ik zal twee voorbeelden geven:

Bij een dementerende man van 72, die ook  aan heftige zenuwpijnen lijdt, kwamen in één week  14 (veertien!!!) verschillende zorgverleners voor persoonlijke verzorging. Iedere keer wilde de partner aanwijzingen geven over hoe meneer het beste te benaderen en te verzorgen zou zijn, maar daar was geen tijd voor, en bovendien wisten de professionals natuurlijk zelf wel het beste hoe zij cliënten  dienden te benaderen. Het schreeuwen van haar partner tijdens de verzorging sneed de echtgenote 3 x daags zo door de ziel dat ze er zelf psychische klachten door op liep.

Een alleenstaande heer van 76 had de afspraak met de zorgaanbieder dat hij altijd voor 11 uur ’s morgens verzorgd zou worden. Daarom maakte hij afspraken met anderen altijd pas om of na 11.30 uur. Toen een belangrijke adviseur op een ochtend  om 11.30 uur bij hem aanbelde liep hij echter nog in ochtendjas, en verontschuldigde hij zich voor zijn onverzorgde verschijning. Hij schaamde zich kapot! De verzorgende die hem ’s morgens had moeten helpen wassen, aankleden en scheren verscheen uiteindelijk meer dan vijf kwartier te laat: om 12.15 uur. Terwijl de bezoeker maar moest wachten ging de verzorgende met de zorgvrager aan de slag in de badkamer. Excuses voor haar late komst vond zij niet nodig. Ze had trouwens ook wel wat anders te doen gehad dan even bellen dat het later werd en informeren of dat een probleem was…

Indicaties door verpleegkundigen: belangenverstrengeling!

Heel vaak gaat zorg in natura geweldig, en zijn de verzorgenden echte schatten, die met volle overgave het werk doen waar ze zo van houden.  Bovenstaande voorbeelden zijn dus zeker niet illustratief voor alle zorg in natura. Maar het zijn wel een paar voorbeelden van betutteling, en gebrek aan respect van zorgverleners voor de wens om tot op het laatst eigen regie te kunnen en mogen voeren. Het pgb is een instrument dat juist daarvoor is uitgevonden.

Door de indicatie voor zoiets intiems als persoonlijke verzorging te laten uitvoeren door niet-onafhankelijke verpleegkundigen, die meestal bij een (grote) zorgaanbieder in loondienst zijn wordt deze zorg uitverkocht aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars, die onder één hoedje spelen.

Ik kan het niet anders noemen dan een verschraling van de zorg, en een aantasting van de zelfredzaamheid van deze mevrouw! Het is een schande dat dit zo gebeurt. We kunnen helaas niet anders doen dan afwachten wat het indienen van bezwaar voor effect gaat hebben….

 

 

Plaats een reactie